Dinsdag 1 juni 2010

Vandaag is het stralend zonnige weer terug. Onze camping ligt in Middlebury, midden in Amish country. In het krantje dat we bij het kantoortje kregen lazen we dat in het plaatsje Shipshewane elke week op dinsdag en woensdag een enorm grote flea market wordt gehouden met meer dan 1000 kramen. Het zou USA’s op één na grootste flea market zijn.
Op weg naar Shipshewana komen we weer de nodige paardenkoetsjes tegen en in de plaats zelf breken we onze nek over de Amish, te voet, op de fiets of per paard en wagen. De mannen zijn te herkennen aan hun snorloze baard, hoed en conservatieve donkere kleding. De vrouwen hebben een kuitlange jurk (getrouwde vrouwen vaak met schort) en een soort koffiefilter op hun hoofd.
Hun huizen/boerderijen herken je aan: het ontbreken van een auto op het erf, was die buiten te drogen hangt, een paar paarden in de wei en soms staat het koetsje naast het huis.
Als we de camper geparkeerd hebben (plaats genoeg, want het is nog vroeg) gaan we de markt op en komen hierbij langs de parkeerplaats voor de koetsjes.
De markt is inderdaad een enorme oppervlakte met kramen, er worden hoofdzakelijk nieuwe produkten verkocht (wij dachten bij een flea market aan ouwe meuk). Er staat een Elvis te zingen en er zijn naast de goederen veel kraampjes met etenswaar. Een erge leuke markt.
Dan gaan we weer op pad en na een niet al te lange rit, arriveren we aan Lake Michigan. Het Indiana Dunes State Park dat we bezoeken valt wat tegen. Meer bos dan duinen. Er is wel een prachtig breed strand en het meer is gigantisch, kan wel voor een zee doorgaan.
We rijden naar onze camping voor die nacht en komen langs een Aldi!! We kunnen het niet laten om er even naar binnen te gaan. Dezelfde indeling als de Europese Aldi’s alleen qua produkten op de Amerikaanse markt gericht.
We hebben weer een mooi plekje voor onze camper, de drukte van het vrije weekend is weer voorbij.