dinsdag 25 mei 2010

Dinsdag 25 mei 2010

Om half zeven gaan we naar beneden met onze bagage om in de hotellobby nog even een bak koffie te drinken. De portier komt al naar ons toe. We geven even door dat we om kwart voor 7 een taxi nodig hebben naar Newark Airport. Als alles goed gegaan is, worden we daar bij een van de hotels opgehaald door de camperverhuurder.
De rit begint goed, maar eenmaal in Newark is onzeTaxidriver, om het op zijn van Gaals te zeggen, der Autobahn kwait. Hilfe! (vert.: de weg kwijt. Help!). We hadden hem beter onze tomtom even kunnen lenen. Hij zet gelukkig wel zijn taximeter stil, die inmiddels opgelopen is tot boven de $60. Na een rondje rond het vliegveld gaat hij maar eens informeren bij het Hilton en dan blijkt dat we er vlakbij zijn.
Tot onze geruststelling staat het busje van Moturis er al en even later komt de chauffeur aanlopen en vraagt naar Elbert (Henk’s eerste naam is Albert). Hij springt bijna een gat in de lucht als het blijkt te kloppen. Dan vertelt hij dat hij net gepensioneerd is en dat dit zijn eerste ritje is voor Moturis. We zien de bui al hangen en ja hoor: ook hij gaat een paar keer verkeerd en rijdt gewoon over een drempel naar een andere baan op de snelweg als hij merkt dat hij op de verkeerde afslag zit.
Telkens als hij weer op de goede weg zit, steekt hij zijn arm omhoog en slaakt een vreugdekreet. Het is een gezellige baas en we hebben reuze lol. Hij zegt dat hij ons de toeristische route laat zien en vertelt honderd uit. Wat kan ons het schelen, we hebben tijd genoeg.
We maken een rondje door een prachtwijk (wij noemen het een Garland wijk) en rijden via de mooie heuvelachtige, bosrijke Pallisade Interstate Parkway naar Moturis in Tappan.
Na het instructiefilmpje en het nodige papierwerk is de camper voorgereden en kunnen we hem gaan bekijken. Wat een mooi ding! Veel nieuwer dan de vorige, hij heeft nog geen 5.000 mijl gereden. Onder het rijden blijkt ook dat hij niet rammelt en dat er onder het rijden geen laden of deurtjes openvliegen. We hebben zelfs tv aan boord en een matras met afstandbediening waarmee je deze harder of zachter kunt maken. Hadden we in het hotel ook, maar daar zaten de knopjes op de matras zelf.
De bagageruimte is veel groter, hier passen met gemak onze koffers en voorraad in. We vragen een extra deken en krijgen die zonder problemen. Nu kunnen we ons niet voorstellen dat we die nodig zullen hebben, want het is ontzettend warm. Maar uit ervaring weten we dat het in de bergen erg koud kan zijn.
Om 10.45 uur kunnen we op weg met ons rijdende kasteel (het ding heet Chateau). We rijden naar het plaatsje Monroe (hier hebben ze ook al een plaats naar jullie genoemd Angie en Garland!) waar we de Walmart bezoeken voor onze eerste boodschappen. Het wordt weer een heel gesjouw door die enorme zaak, maar het komt goed uit want we begonnen het wandelen in New York net een beetje te missen.
Dan naar onze eerste camping in het plaatsje Florida. Een rustige camping bovenop een heuvel in de bossen.
We skypen nog met Dennis en zien Lorelai (dus niet Lorelei) via de webcam: wat een schatje!
Na het inrichten van de camper en het draaien van een wasje kunnen we even lekker met een drankje gaan zitten.
We vonden New York geweldig, maar dit is wel een verademing na een week in The Big Apple.

Geen opmerkingen: